Waarom duurt een burn-out zo lang?

Wist je dat 1 op de 7 mensen werkende mensen last heeft van burn-out klachten?
Dat zijn zo’n 1,3 miljoen Nederlanders…

De huidige registratierichtlijn¹ spreekt pas officieel van een burn-out ‘indien de klachten (van overspanning) langer bestaan dan 6 maanden én gevoelens van moeheid en uitputting sterk op de voorgrond staan’. Dit geeft al aan dat het medische circuit een burn-out beschouwt als een langdurig probleem.

Behandelrichtlijnen² geven vervolgens aan dat iemand die volgens het ‘fasen-takenmodel’ consequent en activerend wordt begeleid, meestal binnen 3 maanden weer controle over zijn functioneren krijgt en (gedeeltelijk) zijn maatschappelijke en privéactiviteiten weer kan oppakken en weer aan het werk kan gaan.

Uit de praktijk blijkt dat dit vaak anders verloopt.

Bij een groot deel van de mensen duurt het herstel veel langer, vaak langer dan twaalf maanden.

Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken³ geven zelfs aan: “Nederlandse werknemers met overspanning of met burn-out hebben een hoog risico (> 20%) om langdurig en soms blijvend uit het arbeidsproces te geraken.”

Waarom het resultaat zo wisselend is en waarom het herstel bij sommigen zo lang duurt, daarover kunnen volgens deze richtlijnen geen eenduidige conclusies worden getrokken.

Vreemd, denk ik dan.

Want als we kijken naar de fysiologie van de menselijke energiesystemen dan wordt deze problematiek heel inzichtelijk.

Huidige (westers) medische publicaties classificeren burn-out als ‘werkgerelateerde psychische klachten’ maar de fysiologie laat zien dat burn-out primair een fysiek proces is waarbij sprake is van een verstoring in de mitochondriën, de energiefabriekjes van onze cellen. Nu ga ik je niet vermoeien met het hele fysiologische proces maar in de kern gaat er al iets mis met de omzetting van ADP’tjes naar ATP’tjes, de bougies van ons lichaam.

Burn-out is dus primair een fysiek proces wat veroorzaakt wordt door een disbalans in de belasting en belastbaarheid van de mens. Door diverse oorzaken is gedurende een langere tijd de belasting opgelopen tegen een gelijk blijvende of zelfs afnemende belastbaarheid. Als resultaat hiervan gaan verschillende processen in het lichaam haperen waaronder die in de energiefrabriekjes van de cellen.

Als dit bij jou gebeurt dan kun je niet meer, of niet meer optimaal, herstellen van de overbelasting.
Sterker nog, er ontstaat iets wat men noemt een ‘herstelschuld’.
Ik vergelijk het altijd met een bankrekening: je geeft meer uit dan je binnen krijgt waardoor je een tekort krijgt op je lopende rekening. Dus wanneer je dan door gaat met uitgeven dan ga je je spaarrekening aanspreken en ontstaat er een herstelschuld.

En natuurlijk heeft je lichaam ondertussen al allerlei signalen afgegeven maar misschien heb je de signalen niet op de juiste manier geïnterpreteerd of was je, door allerlei omstandigheden, niet in het vermogen iets te veranderen aan je situatie. Op het moment dat er herstelschuld gaat ontstaan zullen de signalen groter en duidelijker worden en als op den duur de restschuld zo groot wordt dat je lichaam het echt niet meer aan kan dan is daar ‘ineens’ het moment waarop je niets meer kunt.

Het is klaar.
Het is op.
Door de supermarkt lopen is al te veel.
Zelfs een boek lezen lukt niet.

Je wilt alleen maar liggen en slapen…

En dat is ook een deel van de oplossing:
zorgen dat het systeem rust krijgt en energie kan bijtanken. Zodat het hele proces gekeerd kan worden. Er moet namelijk een lopende rekening én een spaarrekening aangevuld worden.

En daar zit de crux!

Die spaarrekening.
Die herstelschuld.

Als je nog geen herstelschuld hebt opgebouwd dan herstel je vrij makkelijk en snel. Maar hoe groter de herstelschuld hoe langer je herstelproces zal duren. En dat wil niet zeggen dat je gedurende deze tijd helemaal niets kunt doen, in tegendeel. Maar het is wel zaak dat je heel goed je belasting en belastbaarheid in kaart krijgt en je activiteiten daarop afstemt.

Je zult dus goed energiemanagement moeten gaan toepassen.

Als je met een aangevulde lopende rekening, maar met nog een tekort op de spaarrekening (en het vereist inzicht en oefening om dat te herkennen en te voelen), weer volledig aan het werk gaat zul je bij de minste geringste kleine overbelasting meteen weer thuis zitten. Gewoon omdat je geen reserves hebt.

Zoals je van mij weet ben ik niet alleen expert in energie op het westerse gebied (fysiologie, anatomie, trainingsleer etc) maar ook op het gebied van de oude oosterse geneeswijzen en wijsheden. En vanuit deze visie kan ik je aanvullend nog hele mooie inzichten op burn-out geven die het herstelproces zeker zullen verspoedigen. Daarom wil je verwijzen naar mijn podcast waarin ik je iedere week inzichten, tips en regelmatig ook oefeningen geef. Hier vind je de podcast.

¹ Registratierichtlijn E002 Overspanning/burnout als beroepsziekteRegistratierichtlijnen – NCvB – 04-02-2016
² Multidisciplinaire richtlijn overspanning en burnout voor eerstelijns professionals – LVE, NHG, NVAB – 2005 en herzien in 2011
³ Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) Overspanning en burn-out – 2011

Ik hoop dat ik je weer heb kunnen motiveren en inspireren!

Jeanine Hofs

*** Master your energy, master your life! ***

Deel dit artikel!